Horta (Faial) - Angra do Heroísmo (Terceira).
Vrijdag, 24-07-2015.
07:30 uur vertrokken naar Angra, een afstand van ongeveer 70 mijl. Naast de vele dolfijnen om de boot ook een groep kleine walvissen naast de boot.
Het was een vlotte zonnige zeilreis naar het lonkende Angra, onze ‘total other planet’.
Angra.
De volgende dag leefvoorraad aangevuld voor de oversteek, diesel- en watertanks gevuld en lekker geluierd op strand en gezwommen in zee met een aangename zeewatertemperatuur van 23 graden C.
’s Avonds als afscheid uitgebreid gedineerd in hotel-restaurant Beira. De eigenaar gesproken i.v.m. eventuele koop van twee aangrenzende huizen met zicht over de haven en zee met de boot vrijwel voor de deur.
Hoever kan je gaan!
Angra do Heroísmo (Terceira) - Peniche (Portugal).
Zondag, 26-07-2015 t/m zaterdag, 01-08-2015.
Halverwege zondagmorgen ons geliefde eiland Terceira met weemoed achter ons gelaten en, zoals zo vaak, weer omgeven door dolfijnen.
Afscheid Terceira. |
We wilden via Ponta Delgada (São Miguel) naar Vila do Porto op Santa Maria zeilen en vandaaruit naar de Algarve, ongeveer 950 mijl.
Na bestudering van de gribfiles op de weerkaarten besloten om vanaf Terceira direct koers te zetten naar de Algarve vanwege de redelijk gunstige wind. Met een hoger varende koers was dit nog beter. Ruim halverwege de reis zou een acceptabel lagedrukgebied met 6 á 7 Beaufort inkomen, later gevolgd door een gebied van ruim 7 á 8 Beaufort, te ontwijken door de koers weer naar beneden bij te stellen.
Vanaf het lager gelegen Santa Maria hadden we weinig of geen wind, resulterend in een lange reisduur en hierdoor ook een later voor Portugal opstekende storm, 8 á 9 Beaufort.
Langer wachten liet een ongunstiger weerbeeld zien. Genaker op en gaan.
Oversteek naar ‘Mainland’ Portugal.
Kort voorbij Terceira draaide de wind plotseling 180 graden. Van voordewind naar tegenwind, alsof het eiland ons daar wilde houden. Later draaide de wind weer terug naar zijn oude richting. Het water was nog zeer onrustig. We gingen ook van een paar honderd meter diepte naar ruim 5.000 meter diep. Dit diepteverschil heeft gedurende de overgang vaak een zeer onrustige zee tot gevolg.
Heel de reis maar een enkel vrachtschip gezien en verder zon, maan, sterren en zeeleven. We zeilden de meeste dagen voornamelijk voordewind, eerst alleen met de genaker op. Het grootzeil hebben we helemaal niet op gehad, dit verstoorde de wind in het voorzeil te veel.
Zonsopkomst. |
Radar defect.
De windmeter was al defect, maandag liet de radar het ook afweten vanwege een geoxideerde connector. De behuizing was niet goed afgedicht waardoor inwatering. Radar is ons ‘onzichtbaar oog’. Leuk is anders ondanks dat er o.a. geen mist voorspeld was. Naast het AIS-alarm gebruiken wij het radaralarm ook voor schepen zonder AIS en overige obstakels.
Gelet op de voorspelde wind zijn we ongeveer 70 mijl noordelijker gaan varen. We konden zo meeliften op de wind. Onze wachten draaiden we als vanouds, ’s nachts alarmen aan, Tineke kon zo een groot deel van de eerste nachten slapen terwijl ik in de kuip bleef liggen ‘suffen’ omdat de genaker op stond. Dit zeil heeft meer aandacht nodig en eist directe actie als het bijvoorbeeld. dicht klapt. Het is niet alleen een kwetsbaar zeil maar kan, ondanks zijn luchtige karakter, met veel wind een schip onder helling volledig scheef trekken of met zijn neus het water in. Net een mens, heeft aandacht nodig.
Tot halverwege de reis relaxed gezeild, gezond tot verbrande konen aan toe, geluierd, gelezen, foto’s voor blog gerubriceerd, Tineke liet al poetsend wat verweerde zaken weer glanzen, kookte, ging zelfstandig overstag bij de dikwijls veranderlijke achterlijke wind en zo vulden de dagen zich.
Zonsondergang. |
Dinsdag een lichte verandering in het weerpatroon, woensdag trok de wind verder aan en werden de golven steeds hoger met kleine witte rollers. In de zon een mooi gezicht. Genaker verwisseld voor de genua. ’s Avonds een kort buitje, waarvan de spetters al opgedroogd waren voordat ze op dek vielen.
Stuurautomaat, doe het zelf maar.
Halverwege de avond raakte de stuurautomaat van slag en stopte ermee. We voeren richting Engeland. Display gaf ‘rudderdrive error’ aan. Technische Engelse (ben daar niet zo’n ster in) handleiding erbij, o.a. geen feedback van centrale computer naar motordrive voor de aandrijving van de hydraulische stuurinrichting. Een connectieprobleem dus.
Ik ben geen computerexpert, maar weet wel dat in relaties het ontbreken van feedback uiteindelijk verstilling teweeg brengt. Geen communicatie meer, geen terugkoppeling op aansturing meer, zoals hier een uitgebluste stuurautomaat. Nogmaals, ook hier net een mens.
Tja, met nog zo’n 3 dagen voor de boeg geen prettig vooruitzicht, 24 uur per dag handmatig sturen, ruim 400 mijl lang. Ga er maar aan staan, letterlijk, met inmiddels windkracht 6 Beaufort achterop.
Tineke aan het roer, accuraat sturend op kompas terwijl ik naar praktische oplossingen zocht. Vanuit een andere hoek redenerend het op laagpeil staande hydraulische olievoorraadvat bijgevuld. De automaat in werking gesteld et voilà, het systeem werkte weer. Uit euforie met cola getoost, uitgaande van een rustig verder verloop. Niet dus.
Een uur later begaf de stuurautomaat het definitief. Weg rust, met een onaangenaam welkom van afmattende inspanning en slaaptekort.
‘Si quieres aprender a orar, para en el mar’.
In de nacht de genua zo getrimd dat het schip zichzelf redelijk op koers hield en het stuurwiel vastgezet kon worden. Scheelde feitelijk sturen.
Donderdagmorgen konden we dit vergeten, de wind trok verder aan en de golven werden hoger en kwamen uit verschillende richtingen door de draaiende wind. Hierdoor werd de boot van koers geslagen.
Tussendoor nog zeker 50 dolfijnen rond de boot, vaak hoog uit de golven springend. Blijft fascinerend.
Halverwege de morgen kwam het beloofde front in een klap binnen en hoe. Inschattend, uitgaande van geluid, golfpatronen en schuim, ongeveer 8 Beaufort aantrekkend naar ruim 9, meer dan 40 knopen wind en dat nog zonder windvlagen.
Ga er maar aan staan. Dat deden we dus, handmatig sturen, een kwartier op, een kwartier af, 24 uur per dag.
De wind bleef uiteindelijk onder een bepaalde hoek staan, waardoor we hoog aan de wind konden varen, later wat ruimer om dat de wind meer van opzij kwam. Hierdoor bleven we in de lengte richting van de golvenvaren, de koers inmiddels veranderd naar Lissabon, scheelde de nodige mijlen.
Beter is om schuin van de golven af te varen, dan heb je bij een echt rollende golf minder last dat je eventueel plat wordt geslagen. Had echter geen zin om in Gambia uit te komen. De hoge golftoppen waren dun met af en toe een kleine roller, maar geen brekers. Daarom gekozen om deze koers te blijven varen, weliswaar met veel aandacht.
Hoog waren de golven zeker, moeilijk in te schatten, maar van dal tot top ongeveer 10 meter of meer. Omhoog gaande leek het net alsof je langs een schuinstaande flat omhoog gedrukt werd en boven op de top in de gierende wind van het uitzicht kon genieten om er van de andere kant weer af te roetsjen. De blauwgroene glazige golftoppen waren soms zo dun en steil, dat je er doorheen kon kijken. Fascinerend.
Naast de wit schuimende zee waren de rollers wat lastig. Met harde klappen werd het schip dan sidderend van koers geslagen waardoor je langs de steile wand de ‘tomeloze diepte’ nog beter voor of naast je zag, hoogtevrees aanwakkerend.
De genua was ruim van te voren ingedraaid tot zakdoek formaat. Hierdoor liepen we met deze wind niet snel, tussen de 6 à 7 mijl.
Normaal vaart ons schip vrij droog, d.w.z. er komt vrijwel geen water over dek tijdens ruw weer, wel wat te verwaarlozen buiswater. Door de harde wind sloeg nu het vele buiswater hoog op en had hierdoor voldoende tijd om in plaats van naast het schip boven op het schip te vallen. Met af en toe een ‘rollertje’ over dek was het zeewaterballet compleet. Omdat we tijdens het ‘kwartiertje af’ meestal buiten op de kuipbank zaten of lagen, uiteraard met reddingsvest en aangelijnd, dreef je soms in het water omdat je dit niet aan zag komen. Zeg maar een goede test voor de waterdichtheid van de zeilpakken. Achter het stuurwiel kon je door het vooruitzicht nog wel eens wegduiken.
Watermassa’s zijn krachtig. Dat ervaarden wij niet alleen lijfelijk. Het perst zich ook overal tussen door. Een dekluik boven ons bed kon niet alles weerstaan, gelukkig alleen dekbed en lakens nat.
Onder de buiskap zitten doorvoeropeningen voor de lijnen naar de valstoppers en lieren. Ook hier perst het water zich als een brandspuit met volle kracht doorheen. Een soort stevige schoonmaakbeurt. Maar met het daar aanwezige onvoldoende vast geknevelde dekluik boven onze bakboord achterhut, onze logeerkamer, was het binnen soppen in het zout geblazen. Zo wordt onachtzaamheid beloond.
Binnen was het toch al gewoon een zoute boel. Door de rond stuivende zoute nevel wordt binnen alles sowieso al zout, naast het binnenlopen van het zout van pakken en laarzen. Nadeel is dat door de hygroscopische werking zout ook later vocht aan blijft trekken. Dit wordt echt grote schoonmaak.
Bootbewegingen zijn in deze omstandigheden vaak heftig. Niet alleen slingeren en stampen, maar vooral de onverwachte snelle sterke zijdelingse verplaatsingen. Als je je dan niet goed vasthoudt, wordt je letterlijk gelanceerd en niet zo’n klein beetje ook. Bij verblijf beneden kan dit tot ongevallen leiden. Zeker bij het uitpellen van kleding voor toiletbezoek, al een operatie op zichzelf.
Koken ging niet meer, niet alleen omdat dit onverantwoord was, maar ook omdat de andere originele steun voor de cardanische ophanging van het fornuis tijdens een klap afbrak. Het kooktoestel in de touwen gezet om een ongeleid projectiel te voorkomen en overgegaan op water en brood. Kreet hoorde je vroeger ook, alleen onder andere omstandigheden.
Soms viel er wat regen. Water alom dus. Tijdens de nachtelijke uren met volle maan gaf dit een grandioos effect. Een volledige regenboog in het donker, eigenlijk een witte met wat flauwe kleuren. Net alsof je onder een verlichtte boog door voer. Nooit eerder gezien.
Imposant, dit ook niet meer van het netvlies te branden.
Los van alles besef je je eigen nietigheid weer eens, een zeer klein radartje in het geheel. Als ergens wordt besloten om een tandje bij te zetten, dan is het gewoon over. Tineke was wel bang en gaf gevolg aan het navolgende Spaanse gezegde. Vertrouwen bleef echter, inclusief kranig functioneren.
Echt, petje af voor Tien. Als je deze heksenketel niet eerder meemaakte, dan is dit angstaanjagend.
Op zee openbaart het religieuze aspect zich nadrukkelijker. Bij geen wind zou je willen bidden om wind, krijg je dit volop dan bid je om beëindiging. Wanneer is een mens tevreden?
In extreme omstandigheden leer je het Spaanse gezegde kennen: ‘Si quieres aprender a orar, para en el mar’. ‘Als je wilt leren bidden, ga dan naar zee’.
Peniche.
Zaterdag, 01-08-2015.
Na nog een zware nacht nam de wind met het gloren van de morgen wat af. De golven echter niet, die bouwen zich in deze omstandigheden steeds verder op en blijven lang door staan. We voeren ter hoogte van het boven Lissabon gelegen Peniche. Deze plaats aangehouden omdat dit nu het kortste traject was en wij redelijk afgemat.
Gelukkig konden we nu zittend sturen, al was het wel knikkebollend van het slaaptekort.
Na toch een wat rustiger wordende dag kwamen we in de namiddag in Peniche aan.
Eerst een glas wijn op de goede afloop genomen. De champagne geen eens geopend vanwege de vermoeidheid.
Later ons bed verschoond, heerlijk gedoucht en verder de boel de boel gelaten. Schoon en opgeknapt Peniche ingetrokken en daar uitgebreid heerlijke vis gegeten. Peniche was een en al feest. Muziekfestival, kermis en volop processies t.b.v. de vissers voor een behouden vaart. Dus eigenlijk ook een beetje voor ons als zeelieden. Een na gift voor de toekomst. Frappant dat dit plaatsvond aansluitend op de heftige reis.
Na het diner begon de volgende processietocht. Volgens ons was heel Peniche uitgelopen, groot en klein, om dit bij te wonen tot tegen het nachtelijk uur. De tocht bestond uit veel dragers met katholieke beelden met daaromheen kleine schepen gedrapeerd, verder religieuze muziek, voordrachten, zegeningen en gebeden. Het was inmiddels donker. De dragers liepen via een schuine helling tot aan het water, waar zij de beelden onder zegeningen op de vele gepavoiseerde en verlichte vissersschepen overdroegen. De opkomende volle maan zette dit alles in volle gloed, alsof dit zo moest zijn.
En al de lange rijen mensen, een enorm medeleven en saamhorigheid. Portugal.
De schepen voeren al toeterend uit en kwamen later weer binnen.
Gepavoiseerde vissersschepen. |
Hierna stak men in het begin van de nacht in de haven vuurwerk af, bezocht door duizenden. Niet alleen de lange duur, de af en toe loeiharde knallen die de boot deed trillen, maar vooral het fenomenale siervuurwerk deed mij met open mond staan kijken. Niet eerder zulk schitterend en groots vuurwerk gezien. Tineke, doodmoe, was al in bed gekropen en sliep door alle knallen en ontploffingen heen. Ongelofelijk, maar logisch.
Grote schoonmaak.
Zondag, 02-08-2015.
Vandaag sop-, was- en schoonmaak dag. Eerst de lagen zout van boot en zeilen gespoten. Alle lijnen een grote zoetwaterspoelbeurt gegeven, evenals andere schone maar o zo zoute spullen. Zeilpakken, kleding, beddengoed, kussenovertrekken, vele handdoeken, vloerkleden en de achterhut matrassen. Deze laatste hadden twee weken nodig om dagelijks in de zon en wind te drogen. De boot zelf onderging binnen een volledige sopbeurt. Over dek lijnen gespannen waaraan textiel in de zon en harde wind kon drogen. Kostelijk gevoel, het meeste weer droog en zoutvrij.
Laatste sessie grote schoonmaak. |
’s Avonds weer heerlijk uit eten. Voor een restaurant stond men buiten in een rij te wachten, kon dus alleen maar goed zijn. Dat was het zeker, zowel de vis voor- als de vis hoofdgerechten, uitzonderlijk smaakvol.
Laat in de avond speelde in de haven een Portugese band, kennelijk heel bekend. De menigte zong, klapte en swingde mee op de aanstekelijke muziek.
En in het begin van de nacht weer schitterend siervuurwerk.
Havengeld perikelen.
Maandag, 03-08-2015.
Vanmorgen vroeg eerst de vuile- en overige was in een wasserette met 17 kg trommels gewassen en gedroogd, boodschappen gedaan en tot eigen genoegdoening gerelaxt in de zon.
Het afwikkelen van havengelden blijft wonderbaarlijk. Bij aankomst gelijk een politieman aan boord gehad voor zijn registratie. Het kleine havenkantoor in de haven was gesloten vanwege het weekeind. Na veel navraag hoe verder te handelen en een lange wandeling over het hele bij de vissers in gebruik zijnde haventerrein een beambte in de toegangspoort voor auto’s gesproken. We hadden n.l. passen nodig voor het ontsluiten van de vergrendelde hekken naar onze steiger. Na € 30,-- borgbetaling voor een pas vond beperkte handmatige havenregistratie plaats. Waarschijnlijk geen dagelijks werk voor de man.
Omdat we morgenvroeg wilden vertrekken, vandaag e.e.a. in omgekeerde volgorde afgehandeld.
Het kleine havenkantoor was nog steeds gesloten, nu wegens vakantie. Hoe kan je dit bedenken in het hoogseizoen. Dus weer de lange wandeling aangegaan, borggeld teruggekregen en havengeld betaald. Op de vraag hoe ik na het inleveren van de passen door het afgesloten hek op de steiger kon komen had de man geen antwoordt. Eigen initiatief zal hier op prijs worden gesteld.
Ik begrijp nu ook beter waarom nieuwkomers soms met kunst- en vliegwerk om het hek heen klauteren. Positief gedacht creëert de uitgebreide procedureonbekendheid gratis ligplaatsen.
Verslag: Gerard