Ponta Delgada
(São Miguel) - Angra do Heroísmo (Terceira)
Woensdag t/m
donderdag, 08-07 t/m 09-07-2015.
Om
15:00 uur vertrokken, Ponta Delgada achterlatend, richting Angra
do Heroísmo op het eiland Terceira, zo’n 95 mijl te gaan, begeleid door vele
dolfijnen. Normaal is dit met ruime wind, tussen kracht 15 en 20 knopen,
in ongeveer 12 uur te doen, lekker met daglicht. De wind op de Azoren zelf is
op dit ogenblik grillig en moeilijk voorspelbaar. Volgens de gribfiles tussen 5
en 9 knopen, draaiend van Zuid naar Noord om onze Noordwestelijke koers heen.
We zijn een wat afwijkende koers gaan varen, om met de genaker op nog te
profiteren van de weinige wind, rekening houdend met de draaiing en inmiddels bekende
grilligheid. Ver voor ons voer een zeilschip in dezelfde richting, eveneens met
genaker. Geeft op de Oceaan toch een soort saamhorigheidsgevoel, ook al zie je
elkaar amper.
Anticiperend
op de te verwachten wind ’s nachts afwijkende koersen gevaren, kennelijk met
resultaat. ’s Morgens vroeg, tijdens mijn (suf)wacht ging het AIS-alarm af,
lekker praktisch. Niet ver naast ons voer het andere zeilschip. Kon gelijk
genieten van de opkomende zon.
Een
harde knal, een kreet van Tineke, naast mij langs de boot een lange donkere
rug. Een slapende walvis geschampt? Arm beest. Bootschade? Eerst m’n ogen goed
uitgewreven, jawel, daar lag die, de complete genaker me slurf en al sleepte door
de zee, nog vastzittend aan een lijn. Gelukkig, geen walvis (schade voor beest
en schip), de genaker zelf bleek op het zeebad na geheel intact.
Oorzaak,
gebroken spinakersluiting. Deze sluiting zit aan de spinakerval (lijn) vast,
waarmee je o.a. de genaker omhoog trekt. Het dikke valeind zelf was bovenin de
mast in het blok (katrol) klem blijven zitten. Dat wordt dus de mast in, maar
nu voor latere zorg.
Natte
zoute genaker aan dek vastgesjord, genua uitgerold en weer verder onder zeil.
Angra do Heroísmo (Terceira)
Donderdag t/m
woensdag, 09-07 t/m 15-07-2015.
Ruim
een week lang in Angra blijven liggen. Van alles en niets gedaan. Volgens onze
Franse buurman Remon, die hier al 14 jaar ligt, is Terceira een ‘total other
planet’. Inderdaad, een compleet andere wereld, een fantastisch eiland naar ons
hart. We zouden hier zo willen wonen. Waarom? Dat zeggen we liever niet, anders
komt iedereen.
Tineke
de mast in, brrrr……
Het
spinakervaleind moest weer naar beneden. Ik zou omhoog gaan, maar dat is, gelet
op het gewicht, redelijk zwaar lieren met de hand. Tineke, iets minder zwaar,
scheelt toch, stelde zich beschikbaar. Omdat met de handlier iemand naar boven
lieren toch zwaar blijft, ook met Tineke, besloten om de elektrische ankerlier
te gebruiken. Hiervoor alles gereed gemaakt, Tineke in de bootsmanstoel geïnstalleerd,
inclusief extra borglijn, en omhoog getakeld.
Bij de
eerste zaling (aluminium dwarshout voor mastondersteuning via stagen) kreeg
Tineke het qua hoogte even benauwd. Maar Tien kennende, zij ‘vervrouwde’ zich
en liet zich volledig omhoog takelen op een kleine stagnatie na.
Halverwege
bleef zij achter de ‘Lazy jacks’ (netwerk van lijnen tussen mast en giek die het grootzeil bij
het neerlaten begeleiden en opvangen) klem zitten, terwijl de lier niet
direct stopte. Gelijk loos in de lierlijn gegeven, maar het leverde Tien toch
een flinke blauwe plek op.
In de top heeft
Tineke alles geklaard, val naar beneden en ik heb Tien niet laten hangen.
Later de genaker
uitgespoeld en laten drogen.
Wandelen – winkelen – luieren.
Zoals
gezegd, van alles en niets gedaan, heerlijk.
Aan het
eind van de steiger ligt een restaurant. Vaak gegeten, uitstekende gerechten
o.a. smaakvolle malse biefstuk van plaatselijke scharrelkoeien. 3-gangen lunch
€ 6,-- (wijn – vis/vlees/kip, gebakken aardappelen, rijst, groenten – espresso).
Gewassen
in het ernaast gelegen toiletgebouw. Gebruik van douche, was- en droogmachine,
jacuzzi kon je ter verrekening mondeling doorgeven aan de permanente bezetting
in dat gebouw, gebaseerd op vertrouwensbasis.
Veel op
het direct naast de haven gelegen strand liggen bakken en gezwommen.
Niet
ver van de haven ligt het fort São João Baptista fortress, nog geheel in
gebruik door Portugese militairen. De militaire wacht vriendelijk aangesproken
en gevraagd of wij het fort binnen mochten bekijken. Dit resulteerde in een
geheel persoonlijke rondleiding met een soldaat.
Een
zeer oude nog in gebruik zijnde kerk is ooit grotendeels verwoest door brand
tijdens de aardbeving in 1980 en grof hersteld. Veel oude facetten zijn
verloren gegaan.
Als
eerste heeft men hier grote overdekte drinkwatervoorraadputten gebouwd. Het
opgevangen water wordt nu voor de tuin gebruikt.
In 2
oude originele gevangenissen, uitgehouwen in de rotsen, hebben in 1974 de
laatste gevangenen gezeten, 15 politieke gevangenen. Oorspronkelijk zaten er
ongeveer 50 gevangenen in zo’n kale kleine koude grot, zonder enige
voorziening. Absoluut geen pretje.
Toegang fort met tuinen in vierkant |
Kazerne |
Soldaat op wacht |
Enorme deursleutels |
Originele restanten geruïneerde kerk |
Met de bus naar Praia da Vitória gegaan. Een kleine stad met luxe winkels, een winderige kleine haven en strand. Weinig te beleven.
Algar do Carvao
Met
taxi naar het midden op het eiland gelegen Algar do
Carvao grot gereden. Deze grot is ontstaan als gevolg van een vulkaanuitbarsting,
ongeveer 3.200 jaar geleden. Dit is geen krater, maar een soort vulkanische
schoorsteen, als gevolg van een grote luchtbel die ontstond toen de lava van de
uitbarsting weer begon af te koelen. Je kunt ongeveer 100 meter afdalen om daar
de prachtige natuur onder de grond te bewonderen. Veel kleurig gesteente, stalagmieten
en stalactieten, De druipstenen groeien 1 cm per 100 jaar. De wonderlijke mooie
ingang doet denken aan de film Avatar.
Gewandeld, gewinkeld in de vele goed geoutilleerde winkels, boodschappen gedaan, terrassen en restaurants bezocht, modeshows bekeken, hadden leuke contacten, enz.
Van de vele georganiseerde feesten wordt ieder feestbegin voorafgegaan
door een harde knal (vuurwerk), oftewel, ieder feestje wordt afgeschoten,
kortom zalig gewoon al die feesten.
Zo maar wat huizen en gebouwen. De vorm van de ramen e.d is uniek. De stad valt onder het wereld erfgoed UNESCO.
Bullfighting on a rope.
En dan, half acht ‘s avonds, een harde knal, het begint!
‘Bullfighting on a rope’, in een straat vlak bij de
boot.
Laten schieten? Nee, echt niet.
Ertussen en rennen!!!
Hier op Terceira 2 avonden genoten van dit echte
volksfeest, zo’n 4 keer per week op dit eiland.
Het stierenvechten aan een touw is geërfd van de
eerste kolonisten, afkomstig van regio’s met een sterke stierenvechttraditie in
de 16e eeuw. Zij profiteerden van de grote kuddes vee en de
Castiliaanse invloed op het eiland.
In de straat worden de deuren en ramen gebarricadeerd,
honderden eilanders nemen plaats bij de bewoners in de straat op terrassen,
balkons, in huis of dakterras. Wij konden hier ook gebruik van maken. Je loopt
dan door het huis naar boven. Enorme vriendelijkheid en gastvrijheid.
Er worden 4 kleine containers met een stier neergezet,
die aan een zeer lang touw worden losgelaten, vastgehouden door 5 á 6
‘begeleiders’ in witte kielen met zwarte hoed. Deze moeten zelf soms ook achter de barricades springen als de
stier op hen af komt rennen. Op de straten ligt breed plakband als markering.
Tot zover laten zij de stier rennen. Dit gaat ook wel eens mis, een stier te
ver.
De mensen, meestal mannen, lopen op straat en rennen
hard weg voor de aanvallende stier tot achter het plakband, of springen op
verhogingen of over muurtjes. Meestal gaat dit goed, maar als een stukje muur
deel uit maakt van een brug, tunnel of ravijn, dan val je soms een 10-tal
meters naar beneden.
Er vallen jaarlijks weinig gewonden, dit jaar 1 dode
en tijdens ons spektakel rukte een ambulance uit voor een man met gebroken
ledematen en bloedend hoofd. Voor mijn neus werd een man op de horens genomen. Liep
goed af, op de punten zitten ter bescherming koperen knoppen.
Beschermknoppen op de hoorns. |
Zelf ging ik ook de nodige keren de straat op en heb
echt hard moeten rennen. 1 keer was ik een op mij af rennende stier aan het
filmen, dacht dat die wel zou stoppen. Niet dus. Wist niet hoe hard ik moest
lopen, dichtbij zijn het toch wel enorme kolossen en rennen kunnen ze. Hij zat
tot op een halve meter afstand van m’n kont, gelukkig bracht het plakband
uitkomst.
(foto's vergroten door er op te klikken)
Verslag: Gerard