Albufeira – Lagos – Enseada de Sagres
Maandag,
22-06-2015.
Een
heerlijke zonnige luierdag. ’s Middags bij de overburen doorgebracht, later bij
de haven gegeten tijdens een Braziliaanse show en definitief het plan opgevat
om naar de Azoren te gaan.
Madeira
ligt dichterbij, maar laten varen omdat we nu meer tijd hebben.
Dinsdag,
23-06-2015.
Met
ongeveer 850 mijl voor de boeg eerst de Gribfiles (door supercomputers
berekende windrichting en windkracht) bestudeerd. De voorspelling voor de
komende 8 dagen gaf een zeer uiteenlopend beeld te zien van windrichtingen.
Deze stonden soms haaks naast elkaar. In ieder geval, de eerste 4-5 dagen zeer
weinig of geen wind, wat er stond meestal tegen. Daarna gebied Azoren ruim 28
knots, ca. 6-7 Beaufort, voornamelijk tegen, mogelijk hoog aan de wind.
Met
een redelijke ruime wind is ruim 4 dagen varen op deze afstand voor ons schip
haalbaar, met weinig of geen wind niet, dus meer dagen varen en aan het eind
veel wind.
Besloten
om te gaan en zoveel mogelijk een rechte lijn naar Ponta Delgada op São Miguel
aan te houden, inspelend op de plaatselijke windrichtingen.
Eind
van de morgen vertrokken naar Lagos, laatste inkopen gedaan, inclusief recente
zeekaart Portugal-Azoren. Hierop kan ik verder navigeren als elektronische
apparatuur uitvalt. Ook de reserve voorraad diesel aangevuld tot 90 liter met
een extra 20 liter jerrycan en de dieseltank vol getankt. Totaal voor ca. 450
mijl op normale motorsnelheid, onvoldoende brandstof voorraad dus. Wordt dus op
lage traagheid varen. Dit levert een lager verbruik op en door de geringe wind,
samen met de eventuele vlakke zee (minder weerstand) is dan ca. 5 mijl p/u
mogelijk. Aan het eind maken we dan gebruik van de opstekende wind.
Eind
van de dag vertrokken naar Enseada de Sagres, niet ver van Cape St Vincent, en
voor strand geankerd.
Enseada de Sagres – Atlantische Oceaan -
Ponta Delgada (São Miguel, Azoren)
Woensdag
t/m dinsdag, 24-06 t/m 30-06-2015
Om
06:00 uur vetrokken met weinig wind. En, inderdaad, t/m maandagmorgen weinig of
geen wind zoals voorspeld. Vele motoruren, altijd gedacht dat we een zeilboot
hadden. Tegen de nacht stak er wat wind op tot tegen de morgen, zodat we wat konden
zeilen.
Wachtlopen
was gepland om de 3 uur, dit bleef bij het voornemen. Praktijk was dat we
heerlijk luierden met dit zonnige rustige weer, Tineke vrijwel heel de nacht sliep en
ik ’s nacht wacht draaide. Nou ja, i.v.m. weinig of geen scheepvaart lag ik gewoon
te suffen of te slapen, afgewisseld met af en toe een ‘buitenwaartse’ blik.
Verandering van scheepsbeweging, snelheid en windrichting blijf ik altijd
voelen en indien nodig reageer ik hierop. Als veiligheid staan continue diverse
waarschuwingsalarmen voor overige scheepvaart aan.
Dagen
van rust zou kunnen resulteren in eentonigheid. Het tegendeel bleek. De oceaan
en natuur toonden hun volle pracht. Schitterende zonsondergangen en -opkomsten,
miljoenen sterren, sommige vallend, de Melkweg, de schittering van de maan die
van de nacht bijna dag maakte, de olieachtige vlakke zee, de intens blauwe
kleur, de lichtgevende zee, zon en maan gelijktijdig boven de horizon, een rood
ondergaande maan, aparte wolken formaties, een vermoeide duif op de windvaan
(nu konden we echt geen windrichting meer bepalen), de zeebodem ruim 5.000
meter diep en dan het zeeleven.
Volop
dolfijnen, in grote groepen, soms enkele, duikend, springend, tuimelend,
torderend. Af en toe een spuitfontein niet ver naast de boot, inderdaad,
walvissen. Kleine en grote. Op een gegeven moment dacht ik een eind voor de
boot een aantal zeilboten te zien. Dit bleken echter enorme fonteinen zeewater,
zeg maar, ‘walvisbommetjes’ veroorzaakt door een kudde in het water plenzende
blauwe vinvissen, een van de grootste walvissoorten ter wereld. Ze sprongen
verticaal uit het water en zweefden ook horizontaal door de lucht om daarna
weer op het water te klappen. En dan die grote staarten. Een ongekend mooi
schouwspel, niet meer van het netvlies te branden, de kers op de taart met een
enorme grote dot slagroom. Prachtig. Onuitwisbaar.
Tineke
vergrootte haar zeilcapaciteiten deze dagen. Tijdens zeilmomenten hees zij het
grootzeil, draaide de genua uit, trimde deze zeilen regelmatig vanwege de
wisselende windrichtingen, stond met een ‘big smile’ als haar trimresultaat een
paar tiende mijl snelheidswinst opleverde en staalde haar spieren aan de
genualieren. Kortom, een trimfanaat in spé, geheel zelfstandig opererend,
zonder stimulerend advies van haar onderdeks liggende echtgenoot, ik dus,
commentaar achterwegen latend.
Maandag
kwam de voorspelde wind hard in. Hoog aan de wind blijven zeilen om koers te
behouden. Hebben redelijk wat klappen op het water gemaakt, desondanks bleef de
boot gemoedelijk zeilen. Gelet op de windkracht, grootzeil 2 keer gereefd,
genua tot zakdoekformaat ingerold. Zelfs op deze koers liepen we ter
afwisseling ruim 8 mijl door het water. De Oceaan had zicht hierbij wel
geformeerd tot een enorme klotsbak, door de wisseling van diepte, tegengestelde
stromen en draaiende winden. Tijdens een van de klappen brak de steun van het
gasfornuis af, was het toilet voor niet meer te gebruiken vanwege de korte,
felle en hoog op en neer gaande bewegingen van het voorschip. Het achterste
toilet wel, omdat het achterschip stabieler blijft liggen, ook met deze
zeegang. We slapen dan ook niet meer voor, maar achter, voor zover je van
slapen kan spreken.
Het
schip vaart redelijk droog, maar opstuivend buiswater laat uiteindelijk een
zoutkorst op heel het schip achter, dat je ook naar binnen loopt. Zout is
hygroscopisch, dus binnen wordt het wat vochtiger.
Dit
hoort er nu ook eenmaal bij, maar soms waardeer je op deze momenten zelfs het
‘motorzeilen’ in de afgelopen rustige dagen.
In
de loop van dinsdagmorgen kwam het eiland São Miguel in zicht. Volop bergen,
groen, vele kleurschakeringen, kleine dorpen, witte huizen, al met al een warm
gevoel gevend na de nodige dagen zeilen, zeker in deze heksenketel. Onder het
eiland ging de wind volledig tegen staan maar het eiland gaf ook de nodige
luwte waardoor wind en zeegang getemperd werden. Zeil ingenomen, op de motor
verder naar de eerste havenplaats, Vila Franca Do Campo, een kleine haven waar
geen ligplaats meer vrij was. Doorgevaren naar Ponta Delgada, getankt en na de
nodige formaliteiten ligplaats genomen in de toch wel knusse jachthaven.
En
dan, het gevoel beleven van het op eigen kiel bereiken van de Azoren. Fenomenaal.
Champagne open getrokken, gelaafd en later heerlijk gaan pitten.
Verslag: Gerard